Plan van aanpak hier, beleidskader daar. En weer op een andere plek een uitvoeringsagenda. De afgelopen jaren heb ik, Wesley van der Linden, namens EMMA veel gesprekken mogen begeleiden tussen overheden en hun professionele stakeholders over nieuw beleid. Recentelijk heb ik twee participatietrajecten met burgers aan mijn repertoire als gespreksbegeleider mogen toevoegen. Dat riep bij mij de vraag op: wat is het verschil tussen het begeleiden van gesprekken tussen de overheid en professionals en de overheid en inwoners? Wat vroeg dat van mijn ‘trukendoos’?

De vraag achter de vraag
Het is misschien een wat uitgeholde adviseurs-term, maar voor mij begint een participatietraject altijd met de vraag achter de vraag. Waarom wil een overheid dat professionals en inwoners participeren in het opstellen van beleid? En welke ruimte krijgen deelnemers om écht invloed te hebben? Het maakt nogal uit voor de verwachtingen die mensen meenemen of zij slechts inbreng hebben op een bestaand plan, of dat zij gevraagd worden mee te schrijven aan een plan. De vraag is dus: stelt hun inbreng adviserende kaders, stelt het eisen aan het beleid of de uitvoering.

Voor beide opties is een punt te maken, afhankelijk van de vraag van de overheid. In gesprekken met professionals die de overheid van binnen en buiten goed kennen, merk ik dat er snel begrip is voor ‘enkel’ kaderstellende inbreng. Zeker wanneer dit van tevoren goed aangegeven is.  Bij inwoners – met minder kennis van de werking van de overheid – is dat een lastigere boodschap om te brengen. In mijn ervaring, zit daar dan toch het gevoel (ik chargeer nu) ‘Ze luisteren niet naar ons’. Als gespreksbegeleider is het je taak om aan het begin van elk traject ruimte te laten voor dit sentiment en deelnemers te laten ontdekken waarom hun inbreng juist van enorme waarde is. Dit doe ik door het proces van de participatie en het vervolg van het traject goed met deelnemers door te nemen.

Kennis spreekt, maar wijsheid luistert
De aanname die ik had, dat er bij professionele stakeholders meer kennis zou zitten rond een onderwerp, klopte niet. Het is wel zo dat deze groep beroepsmatig is ingevoerd over het onderwerp van gesprek. Ze kennen de terminologie, de inhoud en weten vaak precies waar de uitdagingen voor de overheid en hun eigen organisaties (en het gat daartussen) zitten. Dat maakt dat, als je goed doorvraagt en de uitdagingen van iedereen op tafel krijgt, je snel to the point kan komen.

Als gesprekbegeleider tussen de overheid en inwoners is dat lastiger. Deze groep – door bijvoorbeeld loting bij elkaar gebracht – is minder homogeen. Ze hebben andere achtergronden, opleidingsniveaus en kennis van het onderwerp. Een begeleider moet in deze setting veel scherper luisteren. Luisteren naar wat mensen zeggen en dat samen met hen een positie geven ten aanzien van het onderwerp. Het gaat hier vaker over persoonlijke ervaringen en kennis vanuit andere invalshoeken, die waardevolle inzichten geven voor goed beleid.

 

Thuis laten voelen
Tot slot zit er een verschil in de aandacht die je als gespreksleider moet geven aan de deelnemers. Voor de professionele stakeholders zijn participatiesessies onderdeel van hun werkweek. Ze zijn meer gewend aan deze setting en het contact met de overheid. Daardoor zijn ze dus ook sneller op hun gemak in een gesprek. Bij een groep inwoners is dit vaak niet zo. Ik gebruik daarom het begin van de gesprekken om elkaar te leren kennen. Ik bouw extra tijd in voor de personen aan tafel. Ik vraag naar hun drijfveren om mee te doen en hun achtergrond. En ben open over mijn drijfveren en mijn achtergrond. Dat is niet alleen nuttig, dat is ook erg leuk om te doen.

Een nieuwe ervaring
Het was interessant om gespreksbegeleider te zijn binnen deze nieuwe context. Misschien nog wel het opvallendst: professionals en inwoners verschillen helemaal niet veel van elkaar. Er zit niet per se meer kennis bij de professionals en bij beide groepen is het belangrijk om goed te kijken naar de verwachtingen rondom een traject. Wel verschillend: waar dit soort trajecten voor stakeholders dagelijkse kost zijn, is het voor inwoners nieuw en spannend. Elkaar goed leren kennen is dus van groot belang.

Gemaakt door
Foto van Wesley van der Linden. Wesley is een witte man en hij heeft donkerblond krullend haar en blauwe ogen.  Ook heeft hij een kort baardje. Hij draagt een lichtblauwe denim overhemd en een donkergrijze colbert dat lichtgrijze ruiten heeft.

Wesley van der Linden

Adviseur – Procesregisseur – Projectmanager
Bestuur en Democratie

EMMA-nieuwsbrief

Altijd op de hoogte?