Ergens vlakbij Hardenberg, in de vergaderruimte van de boerderij, klinkt ineens een kritische vraag. Zojuist heeft een medewerker van het ministerie van LNV een goedlopend verhaal verteld over een nieuwe subsidieregeling. ‘Maar waarom is deze subsidieregeling er eigenlijk?’ -wil een melkveehouder weten.
 

De ambtenaar lijkt even van zijn stuk gebracht. De boeren kunnen een flinke som geld krijgen, het waarom doet er dan toch niet toe hoor je hem denken. Hij herpakt zich en zegt; ‘jullie moeten je niet bezighouden met het beleid uit Den Haag of Brussel. Laat dat aan die mensen daar over. Jullie moeten lekker ondernemen op jullie eigen erf en daar kan deze regeling bij helpen’. In de zaal wordt het onrustig.

De melkveehouder die de vraag stelde, staat op. ‘Ja maar we hebben wel allemaal met de regels uit Den Haag en Brussel te maken.’ De aanwezigen knikken instemmend. De fijne gemoedelijke sfeer is verdwenen. Spanning overheerst. Hier botsen twee werelden. Werelden die elkaar juist hadden moeten vinden.

Volgens Noelle Aarts, hoogleraar aan de Radboud Universiteit, zeggen we te vaak dat we ‘in gesprek zijn met elkaar’. Terwijl we dat dan eigenlijk niet zijn. We horen vaak wat we willen horen, we overtuigen de ander met ons eigen gelijk en maken vaak een verhaal op basis van eigen aannames.

Ze pleit voor de dialoog, om zo complexe maatschappelijke problemen op te lossen. Met oprechte interesse in de ander. ‘Een gesprek waarin mensen naar elkaar luisteren, doorvragen, de ander proberen te begrijpen. Belangrijk is dat elkaars perspectieven erkend worden en mensen onderliggende aannames, normen en waarden verkennen. Om vervolgens tot een concrete vervolgstap te komen.’

Het voorbeeld uit Hardenberg laat zien hoe het niet moet. De ambtenaar had kunnen vragen waar bij de melkveehouder de interesse vandaan komt in het waarom van de regeling. Dan had deze man zijn verhaal kunnen houden en zijn gevoel kunnen delen. ‘We worden al jaren van het kastje naar de muur gestuurd, jullie werken ons alleen maar tegen.’

Waarop de ambtenaar op zijn beurt het waarom van de regeling deelt, en hiermee laat zien juist boeren te helpen om beter om te kunnen gaan met de nieuwe behoeften van de maatschappij. Zolang de ambtenaar en de melkveehouder elkaars wereld willen verkennen, is er een vruchtbare grond voor een dialoog.

Boerenorganisaties gaan vandaag in gesprek met een afvaardiging van het kabinet. Aan bemiddelaar Remkes, en aan de deelnemers, de taak om dat gesprek tot een echte dialoog te maken.

EMMA-nieuwsbrief

Altijd op de hoogte?