Jason Bhugwandass was 17 jaar toen hij uit huis werd geplaatst. Hij zag in een jaar tijd vijf jeugdzorginstellingen vanbinnen. Hulpverleners begrepen hem niet of vonden hem complex. Terwijl hij vooral veiligheid zocht. We spraken hem in het Vondelpark in zijn geliefde Amsterdam.

Jasons gezicht is open en vriendelijk. We praten over hoe hij nooit meer uit Amsterdam weg wil en over de hond uit het asiel waar hij zo dol op was. Ondertussen draaien zijn vingers de Rubiks kubus razendsnel rond. Dat houdt me van de kalmeringstabletten af, grinnikt hij.

Jason groeide op in een gezin met een alcoholische vader en een gewelddadige broer. ‘Hij is anderhalf jaar ouder dan ik en heeft een licht verstandelijke beperking. Daardoor was hij vaak agressief. Om geen klappen te krijgen, hield ik mijzelf op de achtergrond.’

Hij had vaak het idee dat zijn moeder hem voortrok. ‘Ik heb geen goede band met haar. Van de ene op de andere dag heeft ze mijn zes jaar oudere broer op straat gezet. Als kind begreep ik niet waarom. Ik voelde me onveilig.’

Jason

Jason had vrienden en ook op school ging het goed. ‘Maar ik liet mezelf niet echt zien. Mijn emoties waren afgevlakt. Dat deed ik uit zelfbescherming, het was veiliger voor mij om niets te hoeven voelen.’

‘Op mijn dertiende kreeg ik een depressie. De buitenwereld had niets in de gaten, ik ging gewoon door. Ik vertelde er niets over tegen anderen, geen woord tegen mijn familie of vrienden. Na een jaar ging ik mijzelf snijden als de emoties te groot en zwaar werden. Dat gaf me rust. Dat ging zo door tot mijn 16e. Toen ging het echt niet meer. Ik kon mijn bed niet meer uitkomen, ik at en dronk nauwelijks nog.’

De kracht van contact 
Jasons verhaal verscheen in het boek 'De Kracht van contact', dat we op 25 juni 2019 presenteerden. Daarin lees je ook de andere verhalen die verschenen in onze reeks over eenzaamheid. Bekijk hier alle verhalen

Jasons moeder belde de huisarts. De hulpverleners kwamen op het moment dat zijn moeder de deur uit was, hij wilde ze niet binnenlaten. ‘Ik had slechte ervaringen met de hulpverleners die bij ons thuis waren geweest. Ik was bang om uit huis te worden geplaatst. Maar dat is precies wat wel gebeurde.’

Hij kwam terecht in een gesloten instelling. ‘Daar kreeg ik de ene na de andere hulpverlener. Ze vonden mij complex en konden me niet helpen.’

Jason praat vlot en gemakkelijk. De woorden rollen soepel uit zijn mond. Dat is niet altijd zo geweest. ‘Vroeger spraken we niet over onze emoties, ik heb niet geleerd mijzelf te uiten. In de instellingen heb ik lange tijd nauwelijks gesproken. Dan kon ik tenminste ook niks verkeerds zeggen. Maar dat vatten ze op als dwarsliggerij. Daarom duwden ze me bij het minste of geringste tegen de grond om me in de isoleercel te zetten. Zogenaamd om me te beschermen tegen automutilatie.’

Jarenlang droeg ik truien met een capuchon. Die trok ik zo ver mogelijk over mijn hoofd. Zo kon ik mijn wereld iets kleiner en veiliger maken. 

‘Jarenlang droeg ik truien met een capuchon. Die trok ik zo ver mogelijk over mijn hoofd. Zo kon ik mijn wereld iets kleiner en veiliger maken. Het ergst vond ik toen ze me in de isoleercel zetten en me die trui afnamen. Zonder capuchon voelde ik me zo onbeschermd. Ik heb de brandwerende stoel op zijn kop gezet en ben eronder gaan zitten. Ik voelde me niet eens eenzaam. Eenzaamheid is een luxe-emotie, daar was geen ruimte voor. Een depressie is opdringerig en overheersend.’

Jeugdzorg is ooit in het leven geroepen om kinderen te beschermen, maar voor Jason staat deze synoniem aan angst. De hulpverleners zijn erop gericht om kinderen klein te houden of te redden, zo meent hij. ‘Maar ik heb geen redding nodig, ik wil geholpen worden.’

Inmiddels is Jason vijf instellingen, honderddertig hulpverleners en negen diagnoses verder. Zo is hij onder meer gediagnosticeerd met PTSS, borderline persoonlijkheidsstoornis, depressieve stoornis, genderidentiteitsstoornis en een angststoornis nao (niet anders omschreven). ‘Binnenkort word ik getest op autisme, het tiende stempeltje strippenkaart’, lacht hij. ‘Ik spaar diagnoses.’

Jason

Hij is nu twintig dus sinds twee jaar valt hij onder de GGZ voor volwassenen. Door al die jaren in instellingen heeft Jason zijn vwo niet af kunnen maken. Zijn oude school wilde hem niet terugnemen vanwege zijn verleden. Jason brengt zijn dagen onder andere door met werk voor ExpEx, Experienced Experts. Ook is hij veel vrienden kwijtgeraakt. Gelukkig heeft hij nog één goede vriend.

‘Vorig jaar ben ik uit de kast gekomen. Een jongen werd verliefd op me maar ik niet op hem. Hij zei dat ik dan zeker lesbisch was. Toen ben ik op internet gaan lezen over LHBT en ik herkende me sterk in de T van transgender. Vorig jaar heb ik mijn naam veranderd en mijn haar kort geknipt. Ik wil graag helemaal transformeren maar ik mag geen hormoonbehandelingen zolang mijn trauma’s nog niet verwerkt zijn. Ik kom twee keer per week bij een psycholoog en een psychiater. Ik krijg schrijftherapie, dat helpt. En ik wacht nog op verdere behandeling.’

We zijn nog in het Vondelpark. Ik zit op een bankje, Jason staat. Lang zitten is niks voor hem.

‘De depressie heeft me leren voelen. Eerst voelde ik jarenlang niets, daarna jarenlang slecht. Mijn basisgevoel nu is dat ik me slecht voel met af en toe een geluksmomentje. Als ik een vogeltje zie of een hond. Aah, kijk die hond nou. Wat schattig!’ Een terriër hapt wild naar de ballon die zijn baas voor hem de lucht in gooit.

Om eenzaamheid te ervaren, moet er een contrast zijn. 

‘Ik ben veel alleen. Om eenzaamheid te ervaren, moet er een contrast zijn. Bijvoorbeeld als het mooi weer is en iedereen is vrolijk en doet iets gezelligs, kan ik me eenzaam voelen. Maar als ik alleen ben niet meer, dan ben ik in mijn eigen wereld.’

Tijdens de fotosessie van de fotograaf, maakt een voorbijganger in het Vondelpark ook foto’s van Jason. Je wordt nog beroemd, grap ik. Wie weet, zegt Jason. ‘Ik heb mijn verhaal al bij Brandpunt op tv verteld, en binnenkort zit ik bij EenVandaag. Vorig jaar is mijn boek Jeugdzorg, mijn dagboek verschenen met mijn ervaringen in alle instellingen. Ook al heb ik het niet geschreven met oog op publicatie, hopelijk brengt het uiteindelijk een revolutie in de Jeugdzorg teweeg. Dat is hard nodig.’

Jasons boek Jeugdzorg, mijn dagboek is te koop (geschreven onder zijn geboortenaam Latisha)

We zijn nog in het Vondelpark. Ik zit op een bankje, Jason staat. Lang zitten is niks voor hem.

 

Gemaakt door
Foto van Marianne Lourens. Marianne is een witte vrouw met halflang rood haar en blauwe ogen. Ze heeft blauwgrijze blouse aan en een zwarte colbert.

Marianne Lourens

gedreven (eind)redacteur - punctuele projectleider - mensgericht
Zorg en Sociaal domein