Op 28 juni werd vol trots het Nederlandse klimaatakkoord gepresenteerd. “In 2030 komt 70 procent van alle elektriciteit uit hernieuwbare bronnen”, valt daarin te lezen. Al ruim voor de presentatie van het klimaatakkoord is ervoor gekozen om de regie voor deze energieopgave bij dertig, bestuurlijk nog niet bestaande, regio’s te leggen. Inmiddels wordt door al deze dertig regio’s hard gewerkt aan de zogenaamde Regionale Energie Strategie (RES), die aan het eind van de rit op draagvlak en maatschappelijke acceptatie moet kunnen rekenen.

Maar, hoe organiseer je deze regionale vrijheid als je tegelijkertijd rekening moet houden met landelijke en Europese doelstellingen? Hoe gaan de regio’s om met deze spagaat tussen hoge landelijke ambities enerzijds en draagvlak anderzijds? Wordt er überhaupt over regiogrenzen heen gekeken? En wat als we de transitie nu eens zien als een sociaaleconomische transitie vol nieuwe kansen voor de lokale economie? Kortom, multilevel governance, nieuwe stijl: samen iets doen, waarbij niemand de baas is, hoe werkt dat?

Over deze, en nog veel meer vragen gaan we in gesprek met twee experts:

Arlette van den Berg: promoveert op dit onderwerp en onderzoekt de botsing tussen een top-down visie van de nationale overheid, die vaart wil maken in de energietransitie, en de bottom-up visie, die uitgaat van zoveel mogelijk draagvlak van de regionale overheden. Is dit wel haalbaar? En kan er zo wel sprake zijn van effectieve multilevel governance?

Jonneke Stans: kent de weerbarstige praktijk van de RES’en als geen ander. Ze is als communicatie-expert betrokken bij alle Regionale Energie Strategieën in Brabant. Wat valt haar op in de praktijk? Hoe creeër je dat draagvlak bij de inwoners? En hoe hou je de balans tussen de gewenste (top-down) snelheid en het creëren van draagvlak?

Uiteraard is er veel ruimte voor je eigen vragen.

Wil jij erbij zijn? Meld je aan!

Heb je problemen met aanmelden of een andere vraag? Klik dan hier, dan helpen we je graag verder.